Algemeen
Binnen Flowtack worden detectie vervangende maatregelen genomen bij uitval van detectielussen. De maatregelen zijn generiek binnen Flowtack en zijn niet instelbaar. De acties gelden op rijstrook(lane) niveau.
Het doel van de onderstaande tabellen is om alle voorkomende configuraties van detectievelden weer te geven. Een ‘X’ betekend dat de detector in een reguliere faultstate (vanuit TLC) of early faultstate (Flowtack functionaliteit) staat. Voor een lange of verre lus kan een ‘X’ ook beschouwd worden als ‘niet bestaand’. Dat betekent dat wanneer een tussengelegen lus een ‘X’ heeft, detectie hier nooit op kan uit faden*.
Er is getracht de tabellen zo compact mogelijk te houden om het overzicht van het document te bewaken. In de tabellen komen wel alle acties naar voren maar niet alle mogelijkheden. Om deze reden zijn er uitbreidingen van de tabellen opgenomen in de bijlage. Hier zal steeds onder de tabel naar verwezen worden.
*Fade-out functionaliteit bij detectielussen: Is de tijd die nodig is van herbevestiging van positie. Bij het aanrijden van een detectielus wordt een voorspelling doorgestuurd naar de opvolgende detectielus. Wanneer deze detector niet om de verwachte tijd hoog wordt dan wordt de detectie verwijderd. Dit is standaard functionaliteit binnen Flowtack.